De Griekse wereld (2) (oefentoets)

Een oefentoets van 10 vragen over de Grieken, zoals de sociale gelaagdheid en manier van leven. Oefen hier je kennis over wat de Grieken van andere volkeren overnamen, de landbouwstedelijke samenleving, het Grieks kolonialisme, de verschillende stadstaten (poleis) en de bloeiperiode van de Griekse beschaving.

#1. De Grieken stichtten kolonies in het Middellandse zeegebied. Welke stad is NIET door de Grieken gesticht?

#2. Welke stadstaat was naast Athene de belangrijkste in Griekenland?

#3. Griekenland was een landbouwstedelijke samenleving. Wat wordt daarmee bedoeld?

#4. Hoe heet de beroemde burchtheuvel van Athene? ? Het juiste antwoord begint met een 'A'

#5. De Grieken leefden in allemaal kleine staten (= landen). Hoe noemen we zo'n Griekse stadstaat?

Polis is de enkelvoudige vorm voor één stadstaat, poleis (= meervoud) zijn meerdere stadstaten.

#6. De geschiedenis is verdeeld in tien tijdperken. In welke tijdsperiode valt het tijdvak van Grieken en Romeinen?

#7. In Griekenland ontstond nijverheid (ambachten). Welk beroep hoort bij nijverheid (ambachten)?

#8. Welke bewering hieronder is juist?

#9. Slechts 20% van de Griekse grond is geschikt voor landbouw. Hoe losten de Grieken dit op?

#10. Wanneer was het hoogtepunt van de Griekse beschaving?

Nakijken