
Kenmerkend aspect 31 (8) (examen) (H/V)
Kenmerkend aspect 31: De industriële revolutie legde in de westerse wereld de basis voor een industriële samenleving bij tijdvak 8: Burgers en Stoommachines.
Het begrip industrialisatie duidt op de overgang van een agrarische samenleving naar een industriële samenleving. Dit proces begon in West-Europa in de 16e eeuw en liep door tot ver in de 20ste eeuw. Rond 1800 raakte dit proces in een stroomversnelling, doordat allerlei technologische vernieuwingen werden toegepast. Dit noemen we de industriële revolutie: de overgang van handarbeid naar productie door machines (aangedreven door stoom, later door gas en elektriciteit) in fabrieken. De term ‘revolutie’ (plotselinge omwenteling) lijkt misleidend. In Engeland, waar de industriële revolutie zich het eerst voordeed, duurde het nog zo’n zestig jaar (van ca. 1780 tot 1840) voordat het gehele productieproces was gemechaniseerd. Toch is de term revolutie wel bruikbaar. De industriële revolutie zou de samenleving namelijk ingrijpend en blijvend veranderen.
Begon de industriële revolutie dus in Engeland rond 1780, andere landen volgden in de vroege 19e eeuw, maar daar verliep de industriële revolutie sneller. Nederland bijvoorbeeld industrialiseerde pas in de 2de helft van de 19e eeuw, maar vanaf 1870 ging het erg snel.
Waarom als eerste in Engeland?
De voorwaarden voor een industriële revolutie waren in Engeland gunstig: een gunstig ondernemersklimaat (door de politiek gecreëerd), de landbouw was al vroeg op commerciële leest geschoeid waardoor de productie steeg en arbeidskrachten beschikbaar waren voor de komende industrie, landbouw en handel hadden gezorgd voor beschikbaarheid van kapitaal, beschikbaarheid van ijzererts en steenkool in eigen land, en tot slot werden er de nodige uitvindingen gedaan die de productie konden versnellen. De industriële revolutie in Engeland begon in het graafschap Lancashire en de daarin gelegen industriesteden Manchester en Liverpool. Een aantal uitvindingen in de mijnbouw en de textielnijverheid vormden het startschot.
Uitvindingen stimuleerden de opkomst van de katoenindustrie
Aanvankelijk waren wol en vlas de grondstoffen voor het weven van kleding en laken. De productie vond plaats in stedelijke werkplaatsen of bij boeren thuis in de wintermaanden (huisnijverheid). Daar sponnen vrouwen het garen en zaten mannen aan de weefgetouwen. Na 1700 ontstond er een grote vraag naar katoenen producten, van kleding tot zeildoek. Katoen bood voordelen: gemakkelijker te verwerken, te verven en ook beter wasbaar. De Engelse koloniën garandeerden een constante aanvoer van katoen.
Verschillende uitvindingen gaven de aanzet tot het mechaniseren van de katoennijverheid.
Kenmerken van de industriële samenleving
Zoals hierboven al genoemd veranderde de industriële revolutie de samenleving ingrijpend. Er ontstond een nieuw maatschappijtype, de industriële samenleving. Hieronder de belangrijkste kenmerken.
De industriële revolutie verhoogde op de langere duur de welvaart voor iedereen. Maar in de beginfase, waarin de industriesteden en de kapitalistische economie groeiden zonder dat daar een ‘rem op zat’, leefden en werkten de meeste industriearbeiders onder miserabele omstandigheden. Dit aspect wordt besproken bij het kenmerkend aspect 8.5 ‘de sociale kwestie’.